Andries Knevel en het creationisme als modernistisch misverstand
Thursday, March 12, 2009

Zondag een paar weken geleden moest ik met gekromde tenen de suggestie aanhoren dat mijn dominee en zijn Raad van Oudsten Gods instrument zijn geweest om Andries Knevel tot berouw te brengen over zijn afvallige ideeën. Ds. B. verklaarde dat de uitkomst van het gesprek met Andries zou zijn dat hij: schuld beleden heeft; Gen 1 t/m 11 volledig aanvaardt als Gods Woord; de historische zondeval onderschrijft alsmede de historische betrouwbaarheid van de Bijbel; en niet meer in theïstische evolutie gelooft. Al zei hij nog net niet dat Andries opnieuw in een schepping in zes dagen gelooft, de suggestie werd gewekt dat hij in de loop van enkele gesprekken, dankzij de inspanningen van ds. B. en de zijnen, weer van zijn moeizaam en in de loop van vele jaren verworven inzichten zou zijn afgestapt.
Waarom mijn kromme tenen? Ik respecteer het ten zeerste dat Andries spijt heeft betuigd over de wijze waarop hij zijn veranderde inzichten voor het voetlicht heeft gebracht. Het was, daarover kunnen we het eens zijn, geen gelukkige manier. Maar in de verklaring van mijn predikant werd de manier waarop van Andries' verklaring en de inhoud door elkaar gegooid. De indrukt werd gewekt dat Andries voor de Raad op de knieën is gegaan uit berouw over zijn ideeën – en dat hij ‘terugbekeerd’ is tot het creationisme en de leer van de foutloosheid van de Bijbel.
Andries Knevel is voor mij en mijn vrouw een beetje een held – juist omdat hij zijn nek uit heeft durven steken in het nadenken over schepping, evolutie, en de manier waarop we de Bijbel kunnen of juist niet kunnen lezen. De verklaring van ds. B. suggereerde dat hij zijn kop in het zand heeft gestoken. Dat wil ik niet geloven.
Ik vermoed dat er een soort babylonische spraakverwarring kan zijn opgetreden. Mijn predikant plaatst het begrip ‘historische betrouwbaarheid’ in de context van de leer van de foutloosheid van de Schrift – de leer dat de Schrift in alle opzichten, met name ook op historisch en wetenschappelijk terrein, foutloze informatie verschaft in de meest rationalistische zin van het woord. Ik kan me niet voorstellen dat Andries het op deze manier bedoelt wanneer hij zegt dat hij gelooft in de historische betrouwbaarheid van de Bijbel. Maar dat is de enige manier die ds. B. kan begrijpen – want het alternatief van deze opvatting is voor hem dat de Bijbel niet meer (volledig) Gods Woord is. Zijn mededeling dat Andries Gen 1 t/m 11 (weer) volledig als Gods Woord aanvaardt, spreekt wat dat betreft boekdelen – alsof hij Gen 1 t/m 11 ooit zou hebben losgelaten als volledig deel van Gods Woord!
Ds. B. en vele christenen met hem denken dat ze onbevangen lezen wat in de Bijbel staat en vervolgens God op zijn Woord geloven. Ze hebben er geen flauw benul van dat hun interpretatie van de Bijbel sterk bepaald is door de moderniteit, die de ratio tot hoogste principe van waarheid verhief. Voor mensen als Luther en Calvijn lag het gezag van de Bijbel in de Auteur, en niet in de inhoud. De leer van de foutloosheid van de Schrift is pas ontstaan in de negentiende en twintigste eeuw (met name in Noord-Amerika) en is een poging om de Bijbel te conformeren aan wat voor de moderniteit de normen zijn van betrouwbare kennis: ontwijfelbaarheid en universaliteit. Zo ontstond de stroming die het gezag van de Bijbel ging funderen in haar feitelijke accuratesse - in plaats van in haar goddelijke Auteur.
Daarmee kwam de bron van de authoriteit van de Bijbel te liggen buiten de belijdenis van de geloofsgemeenschap. ‘Sola scriptura’ werd: ‘sola inerrabilis’. De Bijbel kon niet meer op eigen benen staan, maar had een extra fundament nodig: de foutloosheid. De Bijbel bepaalde niet langer hun visie op Schriftgezag; hun visie op Schriftgezag werd bepaald door de heersende opvattingen over authoriteit! Daarom persen christenen zoals ds. B. de Bijbel – grotendeels een verzameling Oud-Oosterse geschriften – in een modernistisch, rationalistisch keurslijf waar de Schrift totaal niet inpast.
De waarheid van de Schrift wordt daarmee afhankelijk van wetenschappelijke ondersteuning. Daarom zijn creationisten ook zo fel anti-wetenschappelijk. Ze hebben zichzelf in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd: ze hebben de Schrift gefundeerd op wetenschappelijke betrouwbaarheid, maar het voortschrijdend inzicht van de wetenschap zelf straft deze interpretatie van de Bijbel af. De rare sprongen van de creationistische pseudowetenschap verraden dat de creationistische kat in het nauw zit. De leer van de foutloosheid als fundering blijkt oneindig veel zwakker dan datgene wat het moest ondersteunen - de Bijbel zelf.
Het tragische van de creationistische en ‘foutloosheids’-positie is dat zij ondertussen alweer achterhaald is. De modernistische ideeën over de fundamenten van waarheid zijn ingestort. ‘Ontwijfelbaarheid’ en ‘universaliteit’ zijn dubieuze begrippen geworden in de wetenschapsfilosofie. ‘Objectieve geschiedschrijving’ blijkt helemaal niet te bestaan. Geschiedschrijving houdt altijd interpretatie in.
En laat de Bijbel nou net vol staan met interpretaties van historische gebeurtenissen die regelrechte openbaringen zijn! Denk alleen maar aan de bijbelse bewerking van de zondvloedverhalen uit de omliggende culturen, waarbij het motief voor de zondvloed van volslagen banaal (de goden worden in hun slaap gestoord door het lawaai van de aardbewoners) is geherinterpreteerd naar het wereldomvattende thema van gerechtigheid en oordeel. Zo is ook het scheppingsverhaal verre van een ‘objectief verslag van neutrale feiten’, maar een (goddelijk geïnspireerde!) interpretatie van de wereld zoals wij die kennen. In het boek ‘De vrouw en haar zaad’ denkt ds. Jan Bonda genuanceerd en onderbouwd na over Genesis en de vragen over evolutie en de plaats van de zondeval. Jan Bonda heeft overigens ook twee boeken geschreven over een ander gevoelig thema, namelijk de bijbelse onhoudbaarheid van de leer van de eeuwige hel..
Enfin, het creationisme en de leer van de foutloosheid graven in deze postmoderne tijd hun eigen graf. En dat is erg, want daardoor missen de evangelischen de aansluiting bij de tijd waarin ze leven en vooral de aansluiting bij de intelligente ongelovige medemens. En het is erg, omdat intelligente evangelische jongeren die geïndoctrineerd zijn met het creationisme, wanneer ze zelf na gaan denken, geneigd zullen zijn om hun geloof te verliezen – dat is immers wat hun altijd is voorgehouden: wanneer je de Bijbel niet zó leest, dan stort alles in. Hen is geleerd dat de betrouwbaarheid van de Bijbel staat of valt met de letterlijke, feitelijke juistheid van de tekst – en dit onbijbelse dogma zal, denk ik, nog menig gelovige fataal worden.
Juist vanwege het zojuist genoemde, en juist omdat vele gelovigen blind zijn voor de rationalistische en modernistische bril die zij dragen wanneer ze de Bijbel lezen, moet dit thema met grote voorzichtigheid worden benaderd. Een tekst die hierin voor mij belangrijk is geweest, zijn de woorden van Paulus waarin hij ons aanmaant om liever, net als een zwakke broeder, géén vlees te eten dan door vlees te eten die broeder van z’n geloof af te helpen. Ik geloof dat de visie die gekenmerkt wordt door het creationisme en de leer van de foutloosheid ten diepste de Schrift niet wil accepteren zoals God haar aan ons gegeven heeft: ze wil haar aanpassen aan modernistische normen. Maar deze overtuiging is waarschijnlijk geen vruchtbare inzet voor een gesprek. Het is misschien beter om creationistische broeders en zusters langzaam bewust te maken van de bril die zij ophebben bij hun lezing van de Schrift, en uiteindelijk de vraag te stellen: heb je wel de goeie bril op?
Ik hoop dat Andries Knevel zich niet laat ringeloren door onze creationistische broeders en zusters. Ik geloof dat de inzichten die bij hem gegroeid zijn een brug kunnen slaan naar ongelovigen, en naar christenen die hun verstand weigeren uit te schakelen en worstelen met een opgelegde kloof tussen geloof en wetenschap. Ik hoop daarom dat hij niet ontmoedigd raakt door de weerstand die het loswrikken van het modernistische misverstand oproept. Want wat hij loswrikt, is ten diepste een afgod – de ratio die de plaats heeft ingenomen van Christus als hoogste principe van betrouwbaarheid.
Labels: biblicisme, creationisme
posted by Marten @ 2:33 AM;
4 Comments:
- At 2:59 PM, said...
-
Ik kan je op vele punten goed volgen, en ik denk dat je goede inzichten hebt in hoe er naar de Bijbel gekeken wordt. Het blijft echter wel vooral bij het er tegen aan schoppen, het wordt niet echt duidelijk hoe jij er dan tegen aan kijkt (naar de Bijbel etc.). Ook zou je rekening moeten houden met het feit dat B. en de zijnen natuurlijk de beste bedoelingen hebben (lijkt me).
Maar nogmaals ik vind dat je een goed punt hebt (dat met die foutloosheid en modernistische bril). Kun je me misschien literatuur aanraden over dit punt? - At 7:13 AM, Marten said...
-
Een goed beginpunt is http://www.quodlibet.net/articles/perry-inerrancy.shtml. Aan het eind van dit artikel(waaraan ik schatplichtig ben c.q. waaruit ik geplagieerd heb) vind je een schat aan literatuur over dit thema. Verder raad ik je zeker aan om 'Younger Evangelicals' van Robert E. Webber te lezen; ik ben er momenteel zelf in bezig. Zéér verhelderend. En ja: ik ben er eentje! (Een 'younger evangelical'). Denk ik.
- At 12:55 AM, said...
-
Bedankt voor de interessante informatie
- At 6:02 AM, Marten said...
-
Bedankt voor de informatieve interesse