Geroepen, verloren, vergroeid, geloofd



Was alles een droom?
Ik heb mijn dromen verloren, ze gleden als fijne, warme zandkorrels door mijn vingers.
Ik ben mijn dromen verloren terwijl ik wandelde in het doolhof van het duister van de ziel.
Iemand zou iets moeten weten, iets moeten zien. De schuimbekkende zieners die mensen laten vallen als dominosteentjes kunnen echter beter in het circus gaan werken.

Op een avond in een kerk met door glas gekleurde zonnestralen hoorde ik het. Mijn naam in de naam van Saulus/Paulus, die terstond het evangelie begon te prediken. 'Marcus strooit met dat woord', zei de dominee, grimmig als een oud reptiel. 'Lucas niet.' Zijn onverstoorbare vertrouwen in het Woord wekte mijn vertrouwen. De stem van God had geklonken, als de vrolijke botsing van breekbare glazen. Het was geen toeval dat ik theologie was gaan studeren. Om een verre, vage hoek lag het predikantschap op mij te wachten. 'Overste van de koningen der aarde', noemde hij Jezus Christus in zijn gebed. Ik was verbaasd - ik wist niet dat het woorden uit Openbaring waren.

Het smachten naar Gods heil lijkt wel een Tantalus-kwelling geworden. Nog altijd stijgt het doopwater mij naar de lippen, zo lijkt het, terwijl de vruchten van de Geest op onbereikbare hoogte hangen.
Dan is er mijn gebit; het blijft me kwellen, het is deels onbehandelbaar. Alleen een Messias-gelijke arts in Groot-Brittannië zou raad weten.

Veel ben ik verloren en de rest ben ik vergeten. Ik schuif mijn pillen heen en weer, staar peinzend in de verte. Wie zal mij verlossen? Waar komt mijn heil vandaan?

Maar steeds weer is er mijn dochter, mijn grote liefde, mijn appèl. Zij groeit en leeft en bloeit en streeft, wijst en babbelt en gilt. Met haar vier ik het leven, al speel ik soms toneel. Razendsnel vergroei ik dan met mijn rol. Zij zegt mijn nieuwe naam: 'Hei-ti'. Ze vraagt naar mij als ze met haar moeder thuiskomt. Wie ben ik?
Wie ben ik allemaal?
Maar wie ben ik ten diepste? En wie is werkelijk mijn God? En wie is mijn God werkelijk?

Labels: ,


posted by Marten @ 2:37 AM;

Onbetaalbaar - in een elastische schijnvakantie


Ik bevind mij in een soort van langdurig uitgerekte vakantie die eigenlijk geen vakantie is. Dat wil zeggen, ik ben werkloos. Ik word niet betaald. Dat is jammer.

Ik wilde wel dat ik rijk geboren was, of dat ik de loterij zou winnen. Hard werken voor je geld - het idee is bij mij nooit zonder brokken geland. Vroeger wilde ik al niet de auto van mijn vader schoonmaken voor een kwartje. Een kwartje?! De overbuurjongen kreeg een rijksdaalder.

Een gebrek aan een heldere, dagelijkse, van buiten opgelegde structuur is voor mij niet erg gezond. In de eindeloos durende zomervakanties van mijn jeugd ging ik elke dag naar het zwembad, om tenminste mijn dagen door te komen. Ik dreef wat op een vlot van donkerrood kunststof en gluurde naar de badjuffrouw, die geweldig imposante borsten had.

Nu kom ik niet vaak meer in het zwembad. De laatste keer was met mijn dochtertje tijdens het babyzwemmen. Het akelige is dat je als ouder ook alle liedjes en bewegingen mee moet doen. 'We maken een kringetje van jongens en van meisjes...' En de juf is erg streng en wil dat alle kindertjes ten minste één keer maar liefst talloze keren kopje onder gaan. Dan zie je die arme kinderhoofdjes proestend en naar lucht happend boven komen, met rode oogjes en snotterige neusjes van het chloor. Ik vind dat mijn kind niet kopje onder hoeft. Ik denk er sterk over om de juf eens goed lang onder water te houden. Weet ze zelf hoe het voelt.

Maar goed, ik dwaal af. The story of my life.

Vanmorgen ging ik opnieuw naar de Kapelgemeente - een orthodox Hervormde kerk. Na de dienst werd ik door een oudere heer uitgenodigd om bij hem en zijn vrouw koffie te drinken. Ik nam het aanbod aan. Hij bleek een emeritus predikant te zijn. We hadden een goed en diep gesprek. Het waren vriendelijke en wijze mensen (om en nabij de tachtig!) die een goedhartige vermaning niet schuwden. Zo raadden ze me aan mijn overmatige vrije tijd als werkloze te gebruiken voor theologische verdieping. Geef ze eens ongelijk.

Ik krijg overigens mogelijk binnenkort wel een dagelijkse structuur aangereikt wanneer ik in dagbehandeling ga (het kan nu) bij het UMCG om te leren (zo stel ik mij voor) constructiever met mijn psychische beperkingen om te gaan.

Mijn psychiater heeft mij overigens gedumpt, omdat ik mijn eigen spoor trek op het gebied van medicatie. Totdat ik bij het UMCG aan de bak kan, neemt mijn huisarts de farmacotherapeutische honneurs waar. Ik bracht hem onlangs een bezoek en overviel hem met een farmacologisch betoog dat uitmondde in het verzoek om een experimentele medicatie voor te schrijven. Uiteraard kon hij mijn verzoek niet (volledig) honoreren. Ik wacht nog altijd op een avontuurlijke psychiater die affiniteit heeft met voortschrijdende farmacologische inzichten, het experiment niet schuwt en begrip heeft voor de emancipatie van de patiënt (-> cliënt) die tegenwoordig zelf zowel zijn kennis als zijn medicijnen kan vergaren via het internet.

Het is jammer dat ik als amateur-psychiater niet wordt betaald.

Labels: ,


posted by Marten @ 5:03 AM;


zoek in
Docterblog

Lijfspreuk

    Wees niet al te rechtvaardig en wees niet al te goddeloos.

    Prediker 7:16v


Archives

Posts

Links