Gemanipuleerde beloningscircuits
Thursday, October 26, 2006
Vlieland was zoals ik zelf ben: tweeërlei.
'It's all in your mind', een cliché dat wellicht origineert in de jaren 60 (Spanish Castle Magic van Jimi Hendrix!), is van toepassing - gedééltelijk van toepassing: de waarneming wordt in sterke mate gekleurd door het subject dat waarneemt - maar anderzijds wordt dit subject op zijn beurt sterk beïnvloed door datgene wat hij of zij waarneemt. Er was dus een wisselwerking tussen Vlieland en mij.
Het cliché ('it's all in your mind') is ook in zoverre van toepassing dat ik er van overtuigd begin te raken dat hoe ik mij voel erg veel te maken heeft met hoe mijn brein (niet) functioneert. Op Vlieland heb ik momenten ervaren van intens genieten, momenten die grensden aan extase. Maar voorbij de grens waar deze momenten ophielden doemden episodes op van een onvoorstelbare somberheid, van intens niet genieten, van onbevredigd zijn.
Het is een feit dat gevoelens van genot en bevrediging sterk samenhangen met het functioneren van onze hersenen. In dat opzicht spelen de zogenaamde beloningscircuits in onze hersenen een doorslaggevende rol. Dit zijn circuits die worden geactiveerd bij juist gedrag. Juist gedrag is in de eerste plaats gedrag dat ons overleven bevordert, zoals eten op het moment dat je honger hebt. Wat juist gedrag is, staat ter beoordeling van de onzichtbare regisseur in ons brein, die tenminste gedeeltelijk samenvalt met ons onbewuste. We hebben het hier niet alleen over lichamelijke functies, want een typische situatie waarin onze belongingscircuits op hol slaan is wanneer we geld geven aan een zwerver of aan een goed doel. Dit wordt door onszelf, of door onze onzichtbare regisseur (een deel van onszelf) kennelijk veelal als 'juist gedrag' gewaardeerd, met als gevolg dat we een goed gevoel krijgen - dat hebben we goed gedaan! (Jezus' advies om je rechterhand niet te laten weten wat je linkerhand doet is dus niet uit de lucht gegrepen: als we niet opassen, geven wij alleen om onszelf goed te voelen). Dit goede gevoel, deze beloning van juist gedrag, conditioneert ons zodat we dergelijk juist gedrag zullen blijven vertonen. We leren, dankzij dit beloningscircuit, om ons juist te gedragen.
Nu is het vervelende dat deze belongingscircuits kunnen worden gemanipuleerd door bepaalde chemische substanties. Ja, 'drugs' zou je die kunnen noemen. Alhoewel dat een wat te enge (in de zin van 'smalle') benaming zou zijn: suiker is dan ook een 'drug', eentje die op grote schaal misbruikt wordt in onze westerse samenleving. En voedsel überhaupt leent zich er goed voor om onze beloningscircuits te manipuleren. Maar 'drugs' in de meer eigenlijke zin zijn natuurlijk koffie, chocola, maar vooral sigaretten, wiet en hasj, cocaïne, heroïne, etcetera. Wanneer een mens eenmaal zijn beloningscircuit aan het manipuleren slaat met dergelijke substanties, leert hij dat het goed is (want het voelt goed!) om deze substanties te gebruiken en zich daarbij op een bepaalde manier te gedragen.
Wat er daarbij precies in de hersenen gebeurt, is eigenlijk hoogst ingewikkeld en daarvan zijn we ook zeker niet precies op de hoogte. Er is een ingewikkeld samenspel van allerlei factoren. Maar het punt is dat onze hersenen wennen aan deze manipulatie van onze beloningscircuits, zelfs in zo'n mate dat de structuur van onze hersenen zich wijzigt naar deze manipulatie.
Ik ben jarenlang verslaafd geweest aan het roken van sigaretten. Ook aan het roken van joints, en aan het roken of eten van (pure) hasj en wiet. Aan drank ben ik nooit ernstig verslaafd geraakt.
Ik ben ontelbare malen gestopt met roken en ook evenzo vele malen weer begonnen. Onder invloed van het boek 'Stoppen met roken' van Allen Carr ben ik jaren geleden gaan geloven dat de prettige effecten van roken volledig berusten op illusie (namelijk op het tijdelijk opheffen van ontwenningsverschijnselen, gecombineerd met allerlei psychologische projecties). Nu ik mij opnieuw in de biochemische aspecten van de rookverslaving heb verdiept, kom ik tot de conclusie dat Allen Carr er ver naast zit. De prettige aspecten van een rookverslaving (en, wat dat betreft, van elke verslaving) berusten in het geheel niet op een illusie. Zij berusten grotendeels op de manipulatie van de beloningscircuits in de hersenen. Deze manipulatie is echt en zij werkt ook echt. En zij verandert de structuur van de hersenen, mogelijk permanent. Natuurlijk heeft alle manipulatie een aspect van illusie, en dat is ook hier het geval: wat goed voelt, is niet echt goed. Maar het voelt wel echt goed. En dat goede gevoel slechts te verklaren uit de tijdelijke opheffing van ontwenningsverschijnselen, zoals Carr, doet, is naïef. Het goede gevoel is niet slechts het ontbreken van iets negatiefs, maar het bewerken van iets 'positiefs', namelijk de prikkeling van de beloningscircuits.
Nu to the point. Na jaren mijn hersenen te hebben gemanipuleerd met tabak, wiet en hasj, hebben zich bepaalde 'regels' in mijn hersenen gegrift. Iedere (ex-)roker zal dergelijke regels herkennen: na het eten, bijvoorbeeld, rook je een sigaret. Door het eten is het lichaam ontgiftigd en het nicotinepeil laag. Roken leidt dus tot een sterke activering van het beloningscircuit. Deze regel heeft nog een duidelijke lichamelijke component, maar de roker kan ook heel goed zelf zijn regels creëren. Een algemene regel is roken na een bepaalde inspanning of na een bepaalde stressvolle gebeurtenis. De opluchting dat deze situatie voorbij is, wordt voor de roker een onverbiddelijke aanleiding om zijn beloningscircuit te manipuleren. Zo kan de roker allerlei situaties als een dergelijke onverbiddelijke aanleiding gaan beschouwen. Op dezelfde manier werkt het, in hele grote lijnen, voor wiet en hasj en andere drugs. Het probleem wat hierdoor ontstaat, is natuurlijk dat de hersenen voor een goed gevoel, voor een gevoel van opluchting en bevrediging, afhankelijk worden van chemische substanties.
Eén van de verschrikkelijke consequenties daarvan is dat een mens met een ontregeld beloningscircuit niet meer in staat is om zonder de substantie waarvan hij of zij afhankelijk is zich werkelijk bevredigd en goed te voelen. Dat kan een tijdelijke toestand zijn die optreedt bij ontwenning, maar het kan ook een langdurige toestand zijn, afhankelijk van de mate waarin substantie-misbruik en verandering van de hersenstructuur heeft plaatsgevonden. Langdurig gebruik van XTC bijvoorbeeld kan een vrijwel permanente depressieve toestand teweegbrengen (de veranderingen die XTC in de hersenen teweegbrengt zijn zo agressief dat de hersenen van iemand die jarenlang XTC heeft gebruikt eruit zien als een gatenkaas!).
Ik heb mijn beloningscircuit tijdens mijn rook- en wietverslaving altijd heftig lopen manipuleren. Allerlei ervaringen die ik als genotvol beschouwde, met name het genieten van de natuur, koppelde ik driftig aan het roken van een sigaret of aan het onder invloed zijn van wiet of hasj. Deze koppelingen zijn zo diep in mijn hersenen gegrift dat het mij nu, jaren later, nog altijd parten speelt. Ik ben niet in staat om normaal te genieten. Ik wordt bijna permanent geplaagd door een gevoel van onbevredigd zijn, me niet goed voelen, niet worden beloond. Ervaringen van genot (juist ook in de niet banale zin van het woord!) zijn steeds kort en worden steevast gevolgd door de ervaring van leegte, onbevredigd zijn, etcetera.
Kortom: een chronisch gevoel van niet worden beloond. En wat leer ik daarvan? Dat ik me niet juist gedraag. Terwijl ik mij misschien volgens mijn eigen idealen of zelfs volgens de regels van de hemelse Vader wél goed gedraag. Daar ontstaat dus een conflict.
'De Geest maakt levend, het lichaam dient tot niets', zegt Jezus in het Johannesevangelie. Ik denk dat dit een belangrijke richtlijn is: de afhankelijkheid van onze hersenen leidt tot slavernij, de slavernij die kenmerkend is voor verslavingen maar die wellicht op een minder opvallende manier kenmerkend is voor iedere levensstijl die bepaald wordt door de zucht naar genot.
Evenwel: het is verdraaide moeilijk om los te komen van de gevoelens van onbevredigd zijn en van bevredigd zijn die samenhangen met het gemanipuleerd hebben of het manipuleren van onze beloningscircuits. Want het voelt allemaal wel alsof het ergens toe dient. Of het voelt wel alsof die andere mogelijkheid, levend gemaakt worden door de Geest, nergens toe dient.
Lastig!
posted by Marten @ 7:40 AM;