De koperen slang, de 'Lego-bijbel' en Porcupine
Wednesday, June 27, 2007
Ik heb vanochtend gepreekt over de koperen slang (Numeri 21:4-9). Luister hier naar het verhaal in de NBV-vertaling, voorgelezen door een onderwijzeres op leeftijd uit Emmen. Ik gebruikte voor de schriftlezing de Naardense Bijbel.
Ik hield de preek in de 'preekgroep', een initiatief van de Bethel om beginnende, gevorderde en ervaren prekers te helpen werken aan hun preekkwaliteiten. Eén iemand preekt, de rest luistert en geeft vervolgens feedback.
Het ging beter dan de vorige keer - ik had de preek uit m'n hoofd geleerd en zat niet meer vast aan het papier. Dat scheelt een stuk. Bij het schrijven van de preek was het wel weer ontiegelijk moeilijk om te schrappen en om de thematische eenheid van de preek te bewaren.
De feedback was erg positief, en de kritiek opbouwend. Ik kom nog teveel over als een docent - meer docerend dan belevend. Dat weet ik. Het liefst zou ik taaie bijbelstudies geven waarin ik controversiële standpunten naar voren breng die ik dogmatisch compleet dichttimmer. Maar dat is misschien niet Gods bedoeling.
Ik ben verwikkeld geraakt in een emaildiscussie met de maker van de 'Lego-bijbel' ofwel 'the Brick Testament'. Dat is 'The Rev.' Brendan Powell Smith, een 34-jarige Amerikaanse kunstenaar. Onze discussie gaat onder andere over de vraag of God werkelijk een genocidale bendeleider is die moreel weinig hoger scoort dan Hitler, en of Brendan werkelijk de Bijbel 'at face value' heeft vertaald in Lego-steentjes. Het schijnt dat ik hem in ieder geval heb kunnen verbazen met de vrouwelijke beelden die de Bijbel óók voor God gebruikt, zoals het beeld van een hijgende, barende vrouw in Jes. 42:14.
Music-wise valt nog te melden dat Porcupine tweemaal in een oefenruimte heeft gejamd, waarop een bandoverleg volgde bij Gerben thuis dat uitmondde in een gedrielijk werken aan nieuwe nummers. We zijn nog niet uitgespeeld.
Labels: bijbel, brick-testament, dagboek, homiletiek, lego-bijbel, muziek, porcupine, preek, preken, theologie
posted by Marten @ 4:14 AM;
'It is Easy': verslag van een genezingsconferentie met Victor Emenike
Monday, June 18, 2007
Ik ben eereereergisteren, eereergisteren, eergisteren en gisteren naar een conferentie geweest van een zekere Victor Emenike, een man met een ‘genezingsbediening’, zoals dat heet (velen noemen iemand met zo’n bediening een ‘gebedsgenezer’). De stichting die hij heeft opgericht heet ‘It is Easy-Ministries’. Het is makkelijk; het is makkelijk om te weten wat God in gedachten heeft voor jou (namelijk herstel, zegen en voorspoed); het is makkelijk om te worden genezen. Een enigszins verfrissende provocatieve eenvoud kan de man niet worden ontzegd.
Ik was gevraagd om te bassen op deze avonden. Ik zegde voor twee van de vier avonden toe (de laatste avond is vanavond), omdat ik niet wist in welk wespennest ik mogelijk mijn hoofd zou steken. In ieder geval werd ik direct geconfronteerd met een charismatisch drogbeeld dat ik nog goed ken uit mijn tijd bij de Pinkstergemeente: de leiding van de Heilige Geest werd uitgespeeld tegen een gedegen voorbereiding van de muziek. Het resultaat was navenant.
Het bidden van tevoren met alle medewerkers was voor mij een bijzondere ervaring. Vooral de tweede avond was het erg kakafonisch.
De spreker, een Nigeriaan van oorsprong (net als de bekende gebedsgenezer T.B. Joshua, over wie in Nederland in evangelische kringen veel te doen is geweest), wist evenwel langzaam mijn vertrouwen te winnen. De eerste avond was ik bijzonder kritisch. De wonderen waren geen van alle bijzonder overtuigend. Een vrouw die twee beroertes had gehad en niet meer kon lopen en praten, kon na gebed haar armen en benen op bevel van haar hersenen opheffen en zacht fluisteren. ‘From now on, talk normally to her!’ drukte pastor Victor haar echtgenoot meermalen met klem op het hart. Met de nodige oefening zouden alle functies weer terugkomen. God had alle verbindingen weer hersteld; zij moest alleen nog leren ze opnieuw te gebruiken. Ik zou deze vrouw graag over een half jaar weer zien.
Nee, ik denk niet dat pastor Victor een charlatan is, zoals een voormalig studiegenoot van mij op zijn weblog onomwonden stelt op grond van een bezoek aan een eerdere genezingsdienst in Drachten. Het komt mij voor dat broeder Victor een enorm geloof heeft, en dat hij probeert om een dergelijk geloof te doen ontvlammen bij de mensen die zijn conferenties bezoeken. Bovendien vond ik aanvankelijk dat zijn prediking en bediening gebalanceerd waren: de nadruk lag zeker niet op lichamelijke genezing, maar minstens evenzeer op innerlijke genezing; op herstel van de relatie met God en de ander; op bekering; op opbouw van de gemeente. Bovendien ervoer ik de sfeer overwegend als rusitg, ordelijk, liefdevol. Anderzijds heeft Victor zijn eigenaardigheden. Zo zegt hij breed lachend: 'I know, I know' wanneer hij iets over iemand vertelt wat hij niet kan weten. Hij heeft volledige controle over de groep terwijl hij, zoals zijn gewoonte is, mensen uit de groep pikt en op hun plek bevraagt of naar voren laat komen.
Grappig is overigens dat deze man uit Afrika bij het verkondigen van de Bijbelse boodschap totale lak heeft aan enige hermeneutische kloof tussen de Bijbel en ons. Als Afrikaan lijkt hij verfrissend concreet en eenvoudig te denken en te spreken. Voor een intellectuele theoloog als ik is het bijna schokkend om te zien hoezeer een dergelijke concrete en (bedrieglijk) eenvoudige prediking het hart weet te raken en in staat is om geloofsbewustzijn te vormen.
Bijvoorbeeld: pastor Victor spoort ons aan om het uit te roepen naar God, zodat hij onze lelijke situatie om zal keren. Daarbij kunnen we het gerust uitschrééuwen: God is immers hoog in de hemel, dus voor het geluid hem heeft bereikt is het al een stuk afgezwakt. (Zeker, hij bedoelt het niet letterlijk, maar het komt wel voort uit een letterlijke voorstelling).
Ik heb eerder een Afrikaanse christen meegemaakt die ook zo concreet-eenvoudig sprak over het geloof. Dat was een Finse asielzoeker die ik leerde kennen tijdens een vrijwilligerswerk-vakantie. Toen we eens met z’n allen in de prachtige Finse bossen een berg beklommen, zei hij: ‘I’m going to meet God!’ en keek breed grijnzend omhoog naar de top van de berg.
Gisteren ben ik dan naar de laatste avond van pastor Victor geweest, alwaar hij dan eindelijk voor mij toch door de mand viel. Nee: een charlatan zal ik hem zeker niet noemen. Maar zijn boodschap was dit keer agressiever en duidelijker. ‘It is Easy’ bleek helaas toch ook een ernstig verlies van nuance en uiteindelijk van waarheid te behelsen. ‘God heeft beloofd u niet alleen uw zonden te vergeven, maar u ook te genezen van al uw ziekten en u een lang leven te geven. Hij zal het ook doen. Hij móet het doen.’ Dat laatste schijnt typisch te zijn voor Victor en andere Health-and-Wealth-predikers: God commanderen. Toen een vrouw vooraan bij het podium niet snel genoeg genezen werd, zei Victor: 'Finish it, God, quick, quick, quick!!' - alsof God zijn boodschappenjongen is. Ik denk hierbij ook aan de manier waarop Benny Hinn 'de Heilige Geest' in het rond smijt alsof het snoepgoed is.
Dat lange leven overigens kon nader worden gespecificeerd: 120 levensjaren liggen in het verschiet voor een ieder die gelooft. Een lang, gezond, gelukkig leven in voorspoed: dát wil God ieder mens geven. Wat betekent deze boodschap voor de christenen die in Eritrea opgesloten zitten in zeecontainers? Wat betekent deze boodschap voor christenen in Noord-Korea die in strafkampen gemarteld worden? Wat zou deze boodschap betekend hebben voor Petrus, die voor zijn geloof in Jezus op de kop gekruisigd werd? Of voor Paulus, die door de Romeinen werd geëxecuteerd?
Ik zou graag nog eens een preek houden over Hebreeën 11. Ik zou dan bij het laatste gedeelte de gemeente op willen zwepen als was ik een zwarte voorganger. “Willen wij ook koninkrijken overwinnen door ons geloof? Amen?! Willen wij ook krijgen wat ons beloofd was? Amen?! Willen wij ook leeuwen de muil toeklemmen door ons geloof?! Aan vuur de kracht ontnemen?! Ontkomen aan de houw van het zwaard?! Onze zwakheid krachtig overwinnen?! Machtige helden worden in de oorlog van God?! Vijandelijke legers op de vlucht jagen?! Willen wij ook onze doden terugkrijgen doordat ze opstaan uit de dood??!! Amen??!! [groot, enthousiast tumult] Willen wij ook gemarteld worden tot de dood erop volgt?! [stilte] Amen?! Willen wij ook bespot worden?! En gegeseld?! Gearresteerd en gevangengenomen?! Amen?! Willen wij ook worden gestenigd? Of doormidden gezaagd?! [verbijstering] Of sterven door een moordend zwaard?! Rondzwerven in schapenvachten of geitenvellen?! Ons verschuilen in grotten en holen onder de grond?! Amen?! Halleluja! Laten we geloofshelden zijn!”
Labels: bijbel, charismatische-beweging, dagboek, geloof, health-and-wealth, it-is-easy, muziek, theologie, Victor-Emenike
posted by Marten @ 2:11 AM;
Bassen, zonde en verantwoordelijkheid, orkest en vertrouwen
Sunday, June 03, 2007
Ik heb gebast bij Xtreme, de tienerdienst van de Bethel. Ik verving Erik, vriend van wie de vrouw op knappen staat. Dat wil zeggen, zij kan elk moment bevallen - dus wil Erik paraat zijn.
Het was leuk om te doen. Ik weet het, 'leuk' is een woord dat zo vaak gebruikt wordt dat het tamelijk nietszeggend lijkt te zijn geworden - en toch kan het, zo niet alles, dan toch een hoop zeggen. Enfin, het was leuk, wat ik al zei.
Geestelijk heeft zich een transformatie in mij voltrokken: ik ben van mijn frustraties afgestapt als van een oude, aftandse, aan alle kanten rammelende en bijna uit elkaar vallende weduwe. Ik loop nu verder over het water. Niet dat ik af en toe niet dreig weg te zinken - maar Jezus is er om mijn hand vast te pakken en liefdevol vermanend te vragen: 'Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?'
De preek ging vandaag over 'Freedom' (op de een of andere manier is het hipper om je preekthema in het Engels te presenteren). Dat problemen met twijfels, negatieve gedachten, slechte gewoontes e.d. een gevolg zijn van de strijd die gevoerd wordt in de onzichtbare geestelijke wereld. Dat niet wij de oorzaak zijn van deze problemen maar de zonde, ofwel de satan die ons via de zonde graag in een houdgreep neemt. De spreker vroeg: Ben jij de oorzaak van die negatieve gedachten etc.? Nee, moest de zaal antwoorden (en velen gaven aan deze suggestie gehoor). De vraag en het antwoord werden nog enige malen herhaald. Wie dan wel? De zonde! riepen sommigen, anderen: De satan! Op grond van die uitspraak uit Paulus' knap ingewikkelde betoog in Romeinen 7 kon ik dit alles wel meemaken. Ja, de zonde kan als een vreemde macht tegenover ons staan en ons vervreemden van ons van boven geboren zelf. Aan de andere kant is deze gedachte, wanneer zij op zichzelf staat, gevaarlijk. Wij hebben immers een vrije keuze. Zelfs als de satan onze wil gevangen neemt hebben wij nog de keuze om de hand van Jezus aan te grijpen. In onze keuzevrijheid zijn wij uiterst verantwoordelijk. We zijn niet slechts zielige slachtoffers van de zonde. Sterker nog, de Bijbel aarzelt ook niet om ons ronduit voor daders uit te maken. Ongetwijfeld is de ene mens meer dader dan slachtoffer en de andere meer slachtoffer dan dader. Maar toch allen daders.
Enfin, in de tweede ronde (dezelfde dienst wordt twee keer gehouden in de Bethel om het grote aantal kerkgangers te kunnen bedienen) was de preek inhoudelijk aanmerkelijk zwakker, jammer genoeg. De preek vloog echt uit de bocht op het punt waar de spreker de vraag van zonet anders formuleerde, namelijk als: Ben jij verantwoordelijk voor de zonde? Nee! moest de zaal antwoorden, en aarzelend gaf menigeen daaraan gehoor. Ben jij verantwoordelijk voor de zonde? Nee! Wie dan wel? Satan! werd enthousiast geroepen. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Als de Bijbel beweert dat wij niet verantwoordelijk zijn voor onze zonde dan ben ik een astmatische chihuahua. En dan satan de schuld geven. Nee, dat is te kort door de bocht, dat is: uit de bocht.
Zo zie je maar weer: hoe belangrijk is het niet om ieder idee in de Bijbel te plaatsen binnen het geheel van ideeën in de Schrift. Als je de partij van één instrument in een orkest geïsoleerd zou beluisteren, zou je misschien een compleet verkeerd beeld krijgen van de compositie in z'n geheel. Zo is het ook met de Bijbel.
Goed, ik ben afgestudeerd. Wat ga ik doen? Ik heb nog steeds last van mijn gebit (zeurende ontstekingen in dode kiezen die m'n hoofd onder druk zetten) maar het bepaalt m'n toekomstvisie niet langer. Misschien geneest God me, misschien niet; misschien laat ik me op alternatieve wijze (niet: op occulte wijze) behandelen, misschien ook niet. Laat ik liever op God vertrouwen en zien wat Hij voor mij in petto heeft.
Labels: bijbel, dagboek, geloof, muziek, theologie
posted by Marten @ 8:16 AM;
l'Abri, de multi-dimensionaliteit van de Bijbel en de hel
Friday, June 01, 2007
We zijn in de mei-vakantie naar l'Abri geweest in Eck en Wiel. 'l'Abri' is Frans voor 'schuilplaats' en is de naam van de oorspronkelijke studiegemeenschap op bijbelse grondslag van Francis en Edith Schaeffer. Er zijn nu l 'Abri's op verschillende plekken op de wereld. Ik heb een goede tijd gehad in Eck en Wiel. Logisch ook, want het leven in de studiegemeenschap biedt mij de structuur waar ik wel bij vaar. Samen ontbijten; het eerste deel van de dag studeren aan de hand van geloofs- of levensvragen waar je mee rondloopt; discussiëren bij de lunch; het tweede deel van de dag werken om en in huis; natuurlijk theepauze tussendoor; en 's avonds ofwel verpozing ofwel lezingen, bijbelstudies, filmavonden e.d. Als je langere tijd in l'Abri verblijft krijg je een persoonlijke begeleider die je helpt een studietraject uit te stippelen.
Socio- en theologisch zou ik deze l'Abri kunnen karakteriseren als intellectueel reformatorisch met een openheid naar de hedendaagse cultuur. Historisch is l'Abri vanaf het begin vooral een gemeenschap voor studenten geweest, alhoewel iedereen welkom is.
Ik heb mijn studietijd gebruikt om me te verdiepen in het raadsel van de evangelische leer van de foutloosheid van de Bijbel. Omdat de l'Abri-bieb hier weinig aansluiting bood leende Henk Reitsema, hoofd van één van de twee l 'Abri-gezinnen en incarnatie van intellect en welsprekendheid, mij een aantal werken uit zijn eigen boekenkast. Het werk dat de meest vruchtbare benadering bleek te bieden was The Art of Biblical History van Philips V. Long. Ik kreeg het niet uit in l'Abri en vond het zo boeiend dat ik het boek maar heb besteld. Long behandelt de vraag naar de historiciteit van de Bijbel en kijkt ook naar de consequenties van verschillende visies op dit vraagstuk. Zelf gelovend in de onfeilbaarheid van de Bijbel, gaat hij de 'moeilijke gevallen' niet uit de weg en kijkt kritisch naar zowel liberale als evangelische opvattingen. Ik ben benieuwd waar hij uitkomt.
Ik heb zelf de verleiding gevoeld om de Bijbel als 'letterlijk waar en in alle opzichten onfeilbaar en foutloos' te beschouwen. Ik kan me herinneren dat ik langs het Noorderplantsoen fietste en met een plotselinge vreugde deze verleiding toeliet in m'n denken: al m'n kritische vragen overboord, verstand uit, geloof aan! Zou dat niet heerlijk zijn?! In die tijd kocht ik op aanraden van mijn predikant een boek van Jacob van Bruggen over de Bijbel. Van Bruggens ideeën waren eerst aanstekelijk. Maar toen hij over de weerbarstige materie van de Bijbel zelf kwam te spreken, raakte hij me kwijt. Hij noemde als voorbeeld van een 'lastig geval' het feit dat de tempelreiniging in de synoptische evangeliën aan het eind van Jezus' bediening plaatsvond, maar bij Johannes aan het begin. (Een enigszins lafhartig voorbeeld natuurlijk, er zijn wel sterkere gevallen van tegenstrijdigheid te vinden). Hij oppert dan de mogelijkheid dat Jezus twéé keer de tempel heeft schoongeveegd, de eerste keer aan het begin van zijn bediening en de tweede keer aan het eind. Daarmee was hij mij kwijt. De verleiding was geweken. Jezus heeft gezegd: Dien God met je hele verstand. Wanneer christenen de Bijbel in hun modernistisch-rationalistische keurslijf proberen te proppen zijn ze steevast genoodzaakt om hun verstand geweld aan te doen.
Ik doe daar niet aan mee.
Oh, wat zijn wij ongehoorzaam aan de Schrift! We weigeren om de Bijbel te nemen zoals zij is; we weigeren om haar zelfverstaan te aanvaarden. Meteen aan het begin krijgt de lezer van de Bijbel twee scheppingsverhalen voorgeschoteld die elkaar chronologisch volledig tegenspreken. De oud-oosterse mens had hier geen enkel probleem mee. Wij wel, en dus wordt de tekst verdraaid als een handdoek die wordt uitgewrongen en doen we ons verstand geweld aan. En zo gaat het door tot en met Openbaring. De Schrift is meerdimensionaal, en 'wij' (ik ben nu eenmaal evangelisch) drukken haar plat tot een eendimensionale BINAS-tabel.
Iets anders is dat evangelische christenen simpelweg weigeren om het onderwijs van Jezus serieus te nemen. Ook dat heeft weer te maken met de meerdimensionaliteit van de Bijbel. De Waarheid, die in de eerste plaats een Persoon is (namelijk Jezus Christus), kan niet op modernistisch-rationalistische wijze in een verzameling proposities worden uitgedrukt, zoals veel evangelischen denken of beweren. Als de Waarheid een Persoon is, dan is de Waarheid onvermijdelijk ook relationeel. Wie kan de relatie met zijn vrouw in een verzameling proposities tot uitdrukking brengen? Relaties en het leven zelf zijn multi-dimensionaal. Wat in de ene dimensie geldt, geldt niet in een andere. De Bijbel, een door en door oosters en Joods boek, houdt van absolute uitspraken. Wanneer je dergelijke uitspraken op modernistisch-rationalistische wijze als proposities beschouwt, loop je al snel vast, omdat de ene uitspraak de andere logisch uitsluit. De Joodse hyperbolen van de Bijbel mogen nooit van elkaar worden losgemaakt. Sámen vormen ze het bouwwerk van de Waarheid. Als holisme érgens aan de orde is, dan wel in de Schrift. Dát is de juiste toepassing van 'van kaft tot kaft waar'. Evangelische christenen belijden het 'van kaft tot kaft' maar hakken de Schrift ondertussen in stukjes en spelen het ene tekstgedeelte tegen het andere uit.
Wie of wat is ons fundament? Jezus of de brieven van Paulus? Omdat Paulus een systematische theologie lijkt te presenteren met een verzameling logische proposities, klampen we ons aan deze proposities vast, maken er een schema van, en proppen vervolgens alles in de Bijbel wat hiermee op het eerste gezicht in tegenspraak is tóch in dit schema. Zo wordt bijvoorbeeld de Bergrede (of de Veldrede als je Lucas leest) een lachertje: Jezus onderwijst de Wet alleen maar zo diep en zo streng om ons duidelijk te maken dat we de Wet toch niet kunnen onderhouden, ook al doen we nog zo ons best. Lang leve de genade! Als Jezus ons waarschuwt voor wat wij 'de hel' hebben genoemd*, kunnen we slechts onze schouders ophalen: wie ooit zijn hand opstak tijdens een evangelisatiedienst is immers voor altijd behouden? Enzovoorts.
Er is nog een hoop werk te doen.
* Het woord 'hel' komt uit het Germaans en is letterlijk de naam van de godin van de onderwereld in de Germaanse mythologie. Als zodanig komt het woord uiteraard niet voor in de oorspronkelijke tekst van de Bijbel. In sommige vertalingen van het Oude Testament wordt het woord gebruikt om de Hebreeuwse term 'sheol' mee weer te geven. 'Sheol' betekent echter 'dodenrijk' en alhoewel het volgens de bijbelschrijvers een troosteloze plek is, is het zeker niet wat wij ons bij 'de hel' voorstellen. Typisch is namelijk dat het dodenrijk in het Oude Testament de plek is waar alle doden heengaan, goed of slecht.
Aan het einde van het boek Jesaja vind je de beeldende beschrijving van het apocalytische oordeel van de goddelozen die Jezus eeuwen later heeft opgepakt. Daar schrijft Jesaja:
Zij zullen uitgaan en de lijken aanschouwen der mannen, die van Mij afvallig geworden zijn; want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitdoven, en zij zullen voor al wat leeft een afgrijzen wezen.
In het relatief jonge boek Daniël (12:2) vind je het concept van de opstanding ten oordeel:
Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.
In het Níeuwe Testament komen we het dichtst bij onze voorstellingen van 'de hel'. Hier wordt het woord 'hel' gebruikt als vertaling van het Griekse woord 'gehenna'. Dat laatste woord is een vergrieksing van 'gehinnom', wat weer een verbastering is van het Hebreeuwse 'gej hinnom' dat 'de vallei van Hinnom' betekent. De vallei van Hinnom heeft een 'vurige' geschiedenis: het was de plek waar de afschuwelijke kinderoffers door verbranding werden gebracht; het was ook de plek die in as en puin werd gelegd door koning Josia. In de tijd van het Nieuwe Testament was het de plek buiten de stad (Jeruzalem) waar afval werd verbrand, onder andere kadavers. Een goede verklarende vertaling van 'gehenna' zou dus vuilverbrandingsplaats zijn. Het mag duidelijk zijn dat dit een metafoor is voor een realiteit die niemand vrijwillig zou willen meemaken.
(Wat betreft de leer van de eeuwige hel is nog het Griekse woordje 'aionos' belangrijk, dat vertaald wordt met 'eeuwig'. Onder 'eeuwig' verstaan wij meestal 'altijd voortdurend'. Dat is echter niet helemaal precies wat het woordje 'aionos' betekent. 'Aionos' is afgeleid van 'aion' dat het beste vertaald zou kunnen worden met 'era', dus een onbestemd lange tijdsperiode. 'Aionos' betekent letterlijk zoiets als 'door de era's heen'. Het verschil is dat bij de letterlijke vertaling de mogelijkheid van een einde aan de 'aionos' gegeven is, omdat de era's op een gegeven moment voorbij zullen zijn.)
Labels: bijbel, dagboek, evangelicalisme, hel, hermeneutiek, l'Abri, theologie
posted by Marten @ 12:43 AM;